Prioriteitenlijst Recht op Wonen – Brusselse thuislozen

Om de prioriteiten te bepalen die thuislozen naar voor willen schuiven voor de gemeenteraadsverkiezingen deden we op verschillende plekken een bevraging met groepsdiscussie: we gingen hiervoor langs in drie onthaalhuizen (Albatros, Talita en Open Deur), bij een dienst begeleid wonen (De Schutting), in een inloopcentrum (Bij ons/Chez Nous) en in ons eigen atelier Caricole. In totaal namen 39 mensen deel aan de bevraging.

Omdat ons project heel expliciet over huisvesting gaat, hebben wij vooraf (woon)beleidselementen geselecteerd die op lokaal vlak kunnen aangepakt worden. Een groot deel van de bevoegdheden voor wonen ligt immers op het regionale niveau. Toch kunnen gemeentes ook heel wat maatregelen treffen en beleidskeuzes maken die het recht op wonen voor thuislozen dichterbij kunnen brengen.

Opmerkingen vooraf:

  • Een aantal mensen liet heel duidelijk weten geen geloof te hebben in politiek en politici. Ze geloven niet dat er ooit rekening met hen zou worden gehouden, laat staan dat ze het beleid in een bepaalde richting zouden kunnen beïnvloeden. Toch waren de meesten bereid om op een constructieve manier na te denken over mogelijke pistes om de situatie van thuislozen te verbeteren.
  • Vaak ontstonden heel interessante discussies en onverwachte invalshoeken. Ook wordt het belang van dergelijke gesprekken benadrukt: in de samenleving moeten we omgaan met veel verschillen; in onthaalhuizen, op straat, wordt men vaak van heel dichtbij geconfronteerd met de vele verschillende groepen in een samenleving. Gesprekken die naar de kern gaan, worden als heel belangrijk ervaren en vormen een belangrijke basis voor de democratie.
  • In veel gevallen wordt het gesprek confronterend: vaak wordt het persoonlijke verhaal in de strijd geworpen om bepaalde argumenten te staven.

We gingen aan de slag met negen stellingen, elementen uit onze thuislozentoets waarop een gemeentelijk beleid invloed zou kunnen uitoefenen. Aan deze stellingen mocht elke aanwezige drie punten geven, ofwel verdeeld over drie gekozen stellingen, ofwel anders verdeeld. Mensen mogen ook zelf stellingen aanbrengen. De stellingen schuiven via de toegekende punten op naar het centrum van een cirkel, waarbij de meest centrale stellingen degene zijn die het meest werden gekozen. Daarna volgt een discussie aan de hand van de gemaakte keuzes. De stellingen worden hier gepresenteerd in volgorde van belangrijkheid voor de mensen die bevraagd werden.

  1. De gemeente moet meer betaalbare woningen creëren. Deze stelling werd met 23 stemmen het meest gekozen van allemaal en daarom willen wij ze hier naar voor schuiven als de hoogste prioriteit. In de discussie gaven mensen ook aan dat ze zich vaak niet meer welkom voelen in hun eigen stad. Ze zien dat de woningen die gebouwd worden door gemeente en OCMW, bijvoorbeeld in het kader van wijkcontracten, of in het plan “1000 woningen” niet voor hen bedoeld zijn. Rijkere mensen komen in de stad wonen en zijzelf worden meer en meer verplicht buiten de stad te gaan wonen.
  2. Op de tweede plaats eindigt het voorstel ‘de gemeente moet meer nood- en transitwoningen voorzien’. Hier krijgen we veel reactie in de nabespreking: als er een tijdelijke oplossing was geweest op het moment dat zij hun woning verloren, dan zouden ze nu niet zo diep in de problemen zijn geraakt. Veel verhalen gaan over tijdelijke oplossing bij vrienden, overnachtingen in de auto of op straat¡K Voor velen is alles beter dan de noodopvang.
  3. Faciliteiten voor een waardig leven van straatbewoners wordt ook vaak als prioriteit gekozen. Het gaat dan over mogelijkheden om zijn waardigheid te behouden: propere, publieke toiletten, douches, watervoorziening, (lig)banken, publieke ruimte en plaats voor voetgangers, minder autoverkeer in de stad, properheid in het algemeen. Dit punt leidt tot interessante discussies: wordt het leven op straat niet teveel aangemoedigd als er teveel voorzieningen zijn? Zijn er mensen die ervoor kiezen om op straat te leven? Zijn de bestaande onthaalcentra niet te strikt? Als mensen verslaafd zijn, in hoeverre is het dan hun vrije keuze om op straat te leven? Als je meer investeert in voorzieningen voor straatbewoners, gaat dit dan niet ten koste van meer duurzame oplossingen zoals goedkope woningen? Moeten we er niet vooral voor zorgen dat mensen niet op straat terechtkomen en er moeten leven?
  4. Recht op het bezetten van leegstaande gebouwen. Ook deze stelling wordt door veel mensen onderschreven. Velen vinden het schandalig dat er zoveel gebouwen leeg staan en dat er toch mensen op straat moeten leven. Er is ook veel onbegrip: waarom laten eigenaars hun woning liever leegstaan dan ze te verhuren?
  5. Systematische controle en sancties voor leegstaande woningen. Deze beleidsaanbeveling werd 11 keer gekozen. Mensen geven aan dat leegstand niets goeds bijbrengt: het straatbeeld verloedert, de buren hebben er last van, het trekt vuil aan¡K en dat terwijl er zoveel betaalbare woningen te kort zijn. Leegstand ongemoeid laten, is slecht beleid!
  6. Ook het voorstel rond controle, hulp en sancties voor de kwaliteit van de woningen, kan op heel wat stemmen rekenen. De aanwezigen hebben op dit vlak ook vele verhalen te vertellen. Ze zien ook dat ze dikwijls als huurder te zwak staan om te reageren, uit schrik om op straat te belanden. Hier wordt ook weer verwezen naar nood- en transitwoningen, als buffer om effectief te kunnen reageren op ongezonde en onbewoonbare woningen.
  7. Zich inschrijven voor een publieke woning moet gemakkelijk zijn. Mensen die de stap willen zetten naar een betaalbare publieke woning, moeten zich eerst door een doolhof van inschrijvingsprocedures en wachtlijsten zien te werken. Een van de aanwezigen heeft uitgeteld dat hij op minstens 20 verschillende lijsten staat (gemeentes, sociale woningen, sociale verhuurkantoren). Het wordt een hele uitdaging om al die inschrijvingen in orde te houden. Ook wordt gezegd dat de toelatingscriteria voor sociale en andere publieke woningen soms heel onduidelijk zijn of vragen oproepen omtrent de rechtvaardigheid.
  8. Thuislozen krijgen een stem in het thuislozenbeleid is een voorstel dat op minder stemmen kan rekenen, maar dat toch wat gespreksstof oplevert. Een aantal mensen vinden het niet realistisch om te verwachten dat er door de politiekers zou geluisterd worden naar mensen die aan de grond zitten. Veel beloftes voor de verkiezingen, maar als het erop aankomt¡K Anderzijds vinden mensen ook wel dat zijn het beste weten wat er zou moeten gebeuren voor dak- en thuislozen, zij hebben het immers aan den lijve ondervonden en zijn dus goed geplaatst om advies te geven. Deze stelling werd wel opvallend meer gekozen bij Chez Nous/Bij Ons, waar wellicht al wat meer ervaring is met dialoog tussen beleid en doelgroep.
  9. Een thuislozendienst binnen elk OCMW: dienst op maat, geen discriminatie, is het voorstel met de laagste prioriteit (6 stemmen). Thuislozen moeten vaak veel geregeld krijgen bij het OCMW. Soms zijn de procedures moeizaam en wordt er niet genoeg op maat gewerkt. Als voorbeeld wordt de huurwaarborg aangehaald: er zijn verschillende Brusselse OCMW’s die alleen maar een waarborgbrief geven, wat de meeste eigenaars weigeren. Het gebeurt ook dat de installatiepremie op zich laat wachten. Soms woont iemand al verschillende maanden in zijn nieuwe appartement, vooraleer hij zijn installatiepremie krijgt. In het algemeen komt ook de opmerking dat mensen soms onvoldoende weten wat er bestaat van toelagen en ondersteuning.
  10. Een bijkomend voorstel dat op tafel komt is het recht om samen te wonen, zonder bekort te worden op zijn uitkering. Heel wat mensen kiezen ervoor om een huis of appartement te delen om kosten te besparen, of om gezelschap te hebben. Mensen met een uitkering hebben normaal gesproken (wettelijk) niet die optie, maar in sommige gemeenten wordt er wel soepel mee omgegaan. Het feit dat het dan niet over een recht gaat, maar eerder een gunst, zorgt ervoor dat het moeilijk is om op voorhand te weten in welke gemeente men wel kan gaan samenwonen om kosten te delen.

Iemand wil ook het gebrek aan plaatsen in de noodopvang ter sprake brengen. Men vindt het schandalig dat er zoveel mensen in het Noordstation moeten slapen bijvoorbeeld, en dat de gemeentes hier de hete patat naar elkaar doorschuiven. De vraag of dit een gemeentelijke bevoegdheid is, doet volgens de aanwezigen niet ter zake. Iemand merkt op dat het eigenlijk een opdracht is van het OCMW om te zorgen voor mensen die overal elders uit de boot vallen. In feite zou dus elk OCMW de nodige opvang moeten voorzien.

Telt ieders stem wel echt?

Wij maken van de gelegenheid gebruik om tijdens onze rondgang ook aandacht te vragen voor het stemrecht voor niet-Belgen. Hiervoor hebben we twee vrijwilligers opgeleid die ons naar de verschillende plekken hebben begeleid. Ook dit onderwerp kan op veel interesse rekenen. De deelnemers zijn immers heel divers en enkelen van hen ontdekken dat ze ook stemrecht hebben mits inschrijving. Anderen vinden het onjuist dat ze geen stemrecht hebben, ondanks hun betrokkenheid bij de samenleving en hun wil om te reflecteren op het beleid.
In de voorbereiding van de vorming, stuiten we op een probleem van een heel andere orde: wat met dakloze Belgen die ambtelijk geschrapt zijn? Deze mensen zijn Belg en blijven toch verstoken van het stemrecht. Zou het denkbaar zijn dat deze mensen zich kunnen gaan aanmelden bij de gemeente waar zij gewoonlijk verblijven om een kiesbrief te gaan halen? Wordt vervolgd!

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s